Lamp ophangen

Het lamp ophangen is een taak die je zelf kunt doen, of je nu een pendel, plafondlamp, of hanglamp wilt installeren. Volg de onderstaande stappen voor een veilige en juiste installatie van je lamp. Of je nu een lamp ophangen aan plafond of lamp bevestigen aan een centraaldoos, deze tips helpen je verder.

Benodigdheden om een lamp op te hangen

• Lamp – het model dat je wilt ophangen
  • Bevestigingsmateriaal – zoals schroeven, pluggen, haakjes
  • Boormachine – om gaten te boren (indien nodig)
  • Schroevendraaier
  • Spanningstester – om te controleren of de stroom uit is
  • Ladder – voor een veilige werkpositie
  • Draadstripper – voor het voorbereiden van de draden (bij oudere lampen)

Stap 1: Zet de stroom uit

De eerste stap bij het ophangen van een lamp is het uitschakelen van de stroom. Dit doe je door de automaat in de meterkast uit te schakelen. Gebruik een spanningstester om zeker te zijn dat de stroom daadwerkelijk uit is.

Stap 2: Bepaal de positie en markeer

Kies de plaats waar je de lamp wilt ophangen. Als je de lamp ophangt aan een centraaldoos, zorg er dan voor dat de doos stevig is bevestigd aan het plafond. Is er geen centraaldoos, dan moet je pluggen en schroeven gebruiken die geschikt zijn voor het plafondtype (bijvoorbeeld beton, gips, of hout).

Expert tip: Gebruik een waterpas om ervoor te zorgen dat je lamp recht hangt.

Stap 3: Bevestig de lampophangbeugel

Als de lamp een beugel heeft voor ophangen, markeer dan de plekken waar je gaat boren. Boor vervolgens de benodigde gaten voor de schroeven of haakjes. Zorg ervoor dat je pluggen gebruikt die passen bij het type muur of plafond.

Stap 4: Verbind de draden

Nu is het tijd om de draden van de lamp aan de elektriciteit aan te sluiten. Als de lamp geen stekker heeft, strip dan voorzichtig de uiteinden van de draden met een draadstripper.

1. Sluit de blauwe draad aan op de nuldraad van de lamp.
2. Verbind de bruine draad met de fasendraad (meestal de bruine draad aan het plafond).
3. Bevestig de geel-groene draad (aarde) aan de aardingsdraad in de doos.

Zorg ervoor dat alle verbindingen goed vastzitten en geen losse draadpunten zichtbaar zijn.

Expert tip: Zorg ervoor dat je de juiste polen van de draad aansluit (blauw = nul, bruin = fase) en vergeet de aarde niet, vooral bij zware lampen.

Stap 5: Hang de lamp op

Als de draden goed zijn aangesloten, bevestig dan de lamp aan de ophangbeugel of centraaldoos. Bevestig de lamp stevig met de bijgeleverde schroeven of haakjes. Zorg ervoor dat de lamp goed vastzit en niet kan wiebelen.

Stap 6: Controleer en zet de stroom aan

Zet de stroom weer aan en test de lamp door de schakelaar om te zetten. Als de lamp niet werkt, controleer dan of de draden goed zijn aangesloten en of je de juiste wattage lamp hebt gebruikt voor je armatuur.

Expert tip: Als je geen centraaldoos hebt en de lamp niet goed blijft hangen, kan het nodig zijn een extra ophanghaak te plaatsen voor extra stabiliteit.

Met deze stappen kun je veilig en eenvoudig een lamp ophangen, of het nu aan het plafond of via een centraaldoos is.